Notes |
- Geertruida, dochter van de 44-jarige sigarenmaker Albert Koek en Johanna Grootjen, werd geboren in Kampen, aan het Plein. Aangifte werd gedaan door de vader, bijgestaan door de 72-jarige visser Cornelis Grootjen, en de 50-jarige sigarenmaker Casper Joseph Wernars, beiden wonende in Kampen.
Geertruida vertrok op 28-9-1922 naar een sanatorium in Venlo (klooster Boschschool). Op 26-5-1923 kwam ze weer thuis.
Tekst op haar bidprentje:
"Door haar eenvoud en haar vele zorgen voor man, kinderen, klein- en achterkleinkinderen, en in het bijzonder voor haar zoon Bertus, heeft eenieder aan haar een fijne herinnering. Zorgen en verdriet zijn haar nimmer bespaard gebleven. Ook veel vreugde en geluk heeft zij gekend. Ondanks lichamelijke tegenslagen bleef zij aardig en vrolijk tegen iederen. Door haar wilskracht, de zorg om Bertus, en een leven in de volle overtuiging van haar geloof, wist zij de moed erin te houden. Tot aan haar overlijden heeft zij thuis gewoond aan de Steenovensdijk. Ze keek verlangend uit naar de vrijdag als Bertus het weekend weer thuis kwam. Haar grote liefde warden de vogels en de tuin. Ondanks haar leeftijd bleef zij hier voor zorgen."
|