| Notes |
- Een paar jaar later, in 1841 werd jonkvrouw Jacoba Maria Parker bijgezet in het middelste gewelf tegen
de achtermuur. Dit was omdat Elias het linker gewelf in beslag nam en alle niet-Eliassen, inclusief de
admiraal, het rechtergewelf. J.M. Parker was getrouwd met Jacobus de Wildt. Dit echtpaar mocht per
een Koninklijk Besluit van 23 september 1817 'de Ruyter' toevoegen aan de achternaam. Door dit
besluit ontstond de naam 'De Ruyter de Wildt'. Om verwarring te voorkomen mag deze naam niet
worden afgekort tot 'De Ruyter'. De nazaten die nu nog bestaan zijn vertakkingen via vrouwelijke lijnen
nazaten van de admiraal. Een achternaam kon vroeger alleen via een mannelijke lijn worden
doorgegeven. Het Koninklijk Besluit deed de naam 'De Ruyter' herleven in de De Wildt tak.
Jacoba Maria Parkers echtgenoot Jacobus De Ruyter de Wildt werd bij zijn overlijden in 1828 niet
bijgezet in de grafkelder van de admiraal in de Nieuwe kerk in Amsterdam, maar in een 'Parker-Brest-
Van Bueren' grafkelder (nr. 6) in de Kloosterkerk vlakbij Paleis Noordeinde in Den Haag. Daar lag ook
J.M. Parkers vader Willem Parker en grootvader Johan Willem Parker begraven. Uit registers van de
Kloosterkerk blijkt dat die grafkelder twee jaar later werd 'dicht gewulft'. Jacobus de Ruyter de Wildt is
voor die tijd niet overgebracht naar Amsterdam.
Bron: Ruimingen en bijzettingen in de grafkelder van De Ruyter
Stichting Michiel de Ruyter
Arthur Scheijde, Frits de Ruyter de Wildt & Daniël Reinders, juli 2017
- Bronvermelding
Stadsarchief Amsterdam te Amsterdam, Ondertrouwregister
Deel: 657, Periode: 1808-1809, Amsterdam, archief 5001, 8 maart 1809, Ondertrouwregister, folio p.445
|
